donderdag 30 november 2017

Voorgeslacht van Mata Hari in kaart: Genealogysk Jierboek 2017

Op 15 oktober was het honderd jaar geleden dat Margaretha Geertruida (Griet) Zelle, beter bekend als Mata Hari, in Frankrijk door een vuurpeloton werd geëxecuteerd. Het nieuwste Genealogyske Jierboek, dat aanstaande zaterdag wordt gepresenteerd, besteedt aandacht aan haar voorgeslacht en familieleden.

De familienaam Zelle stamt uit Duitsland. Griet Zelle’s betovergrootvader Herman Otto Zelle (1744-1806) was afkomstig uit de heerlijkheid Rheda en vestigde zich in 1771 in Leeuwarden als linnenwever. In maart 1780 werd hij als burger van de Friese hoofdstad vermeld. Met zijn gezin woonde hij aan de Kelders. Aan dezelfde gracht is ook Margreet Zelle alias Mata Hari geboren. Haar geboortehuis werd in de grote brand van 19 oktober 2013 verwoest.

Enkele generaties Zelle waren werkzaam als kastmakers, schrijnwerkers, pettenmakers en kooplieden. Griets vader Adam Zelle (1840-1910) begon als winkelier in hoeden en petten in het pand aan de Kelders en betrok in 1883 een prestigieus herenhuis aan de Grote Kerkstraat. Nadat hij in 1889 failliet werd verklaard, trok hij met zijn gezin naar Den Haag. In zijn laatste jaren heeft hij in Amsterdam gewoond.

De auteurs van de uitgebreide kwartierstaat, Bouwe van der Meulen en Pieter Nieuwland, zijn verre verwanten van Griet Zelle. Zij zullen op zaterdag 2 december a.s. hun genealogische onderzoek toelichten bij de presentatie van het Genealogysk Jierboek 2017.

Wanneer:       zaterdag 2 december 2017
Waar:             De Koperen Tuin, Prinsentuin 1, Leeuwarden
Meer info:     Genealogysk Wurkferbân

Zie ook: www.fryske-akademy.nl

maandag 13 november 2017

Kwart van adel in Verbond der Edelen kwam uit Friesland

Het Verbond der Edelen (ook wel Compromis of Eedverbond genoemd) was aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog (1565) een poging door de lagere adel om de maatregelen tegen protestantse ketters te verzachten.

De Opstand tegen de Spaanse overheerser was in eerste instantie een initiatief van zowel de Zuidelijke als Noordelijke Nederlanden, maar na 1576 groeiden ze door de opkomst van de Reformatie uit elkaar. Het zuiden bleef grotendeels katholiek terwijl het noorden (boven de grote rivieren) met name protestants werd. In Friesland werd in 1580 het katholicisme zelfs formeel verboden.
Over het algemeen wordt gedacht dat het Verbond der Edelen, onder leiding van de 'Grote Geus' Heer van Brederode, vooral door de Zuidelijke Nederlanden werd gedragen, maar er deed ook een aanzienlijk aantal Friese edelen aan mee.
Ons lid Hessel de Walle, die Friese inscripties van voor 1811 in kaart brengt evenals Friese familiewapens, deelde een lijst met namen waarop in rood nog eens extra wordt aangegeven van wie een grafschrift bekend is. Hieruit blijkt dat zo'n 25% van de deelnemende edelen van Friese komaf is!
Bekende namen, zoals de Watergeus Doecke van Martena komen op de lijst voor, maar ook veel 'onbekende' namen van Friezen. Die Friese Watergeuzen waren geen lieverdjes.

Bekenden uit onze regio zijn o.a. Sippe (Scipio) van Meckema en Wilco van Holdinga. Van Holdinga moest vluchten naar Emden. Na terugkomst in 1580 werd hij Raadsheer bij het Hof van Friesland en liet een nieuwe Holdingastate bouwen bij Anjum. Van hem zijn ook 3 testamenten bewaard gebleven. Zie ook achtergrondinformatie over Friese testamenten.



donderdag 9 november 2017

Dokkumer silhouetportretten duiken op bij Tussen Kunst en Kitsch

Het is altijd leuk om tijdens het kijken naar het televisieprogramma Tussen Kunst en Kitsch op te letten of er ook interessante Friese spullen voorbijkomen.
En met enige regelmaat komen er inderdaad ook zaken voorbij die 'nijsgjirrich' zijn.
Zo was er vorige week al een stoof met tegel waarop de naam Jantje Bottes Groen en het jaartal 1888 stond. Deze kwam uit Moddergat, zoals de huidige bezitster ook vertelde. Ons lid Gerard de Weger was ook meteen enthousiast over deze 'vondst'.

Gisteravond was er iets in de uitzending wat mij nog veel meer frappeerde. In een voorstukje werd al genoemd dat er silhouetportretten getoond gingen worden. Dan ga ik altijd even extra opletten. En ja hoor, er kwamen notabene silhouetportretten in beeld waarover ik 15 jaar geleden al op onze oude 'blauwe' website publiceerde.
Het betrof de portretten van Dokkumer notabelen, de echtparen Harmannus Jansz van Assen (1725-1798) en Trijntje Hotzes van Sinderen (1735-1805) en Dr. Feddo Jan van Slooten (1750-1804) en Sytske Ypey. Ze zijn gemaakt door de Dokkumer schilder Jacob Bonga.

Voor het eerst zag ik hoe de portretjes er in 'kleur' uitzien. De dame die ze bezit, ongetwijfeld een nazaat van een van de geportretteerden, wilde ze niet weg doen, maar het was leuk om te horen dat ze per stuk ongeveer 500 euro waard zijn en als set zelfs 2500 euro.
Het zou bijzonder zijn als de eigenaresse eens contact opneemt met Museum Dokkum, om ze ooit tijdens een tentoonstelling aan het grote publiek te tonen!

woensdag 8 november 2017

Egge Knol boekstaaft Kapen op Rottum(eroog)

Als Deel 11 in de reeks Monumenten in Noord-Groningen is een heel aardig boek verschenen over de kapen op het eiland Rottum, beter bekend als Rottumeroog.
Conservator bij het Groninger Museum, Egge Knol, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar dit interessante fenomeen. Vanwege de link met Noordoost-Friesland heb ik ook een kleine bijdrage aan de inhoud kunnen leveren.

De gietijzeren Kaap op Rottum is het meest noordelijke rijksmonument van ons land.
Knol deed onderzoek in archieven in Groningen, Den Haag, Aurich en Emden.
Het is een kloek boek geworden van 200 bladzijden met veel afbeeldingen, oa van Rottum tot ver in de 16de eeuw.
De kapen zijn in de 16de eeuw opgericht als baken voor de zeevaart. Ze maakten deel uit van veiligheidsmaatregelen op de Eems. Dat verhaal begint in 1539.
Egge Knol: “Dankzij de Kapen op Rottum wist onze zeeheld Michiel de Ruyter ooit te ontsnappen aan de Engelsen die hem achtervolgden. Dat verhaal is opgenomen in het boek.
Eeuwenlang had het eiland twee kapen, de Emder of Grote Kaap en de Kleine of Groninger Kaap. Lang waren dat houten bouwwerken van 22 tot 25 meter hoog. Sinds 1864 is er sprake van een ijzeren kaap. In 1883 kwamen er twee gietijzeren kapen. De Groninger Kaap is in 1931 omgevallen, maar de Emder Kaap staat er nog steeds”. 
Zoals u wellicht weet is het eiland enige jaren in privé-bezit geweest van de Dokkumer koopman Pieter Pivé.
Ook heeft de Malle Graaf Clancarty enige tijd op het eiland gebivakkeerd met een harem dames!

Het boek bevat enkele bijzondere kaartjes, die voor cartografisch geinteresseerden zeer de moeite waard zijn.
De uitgave is als hardcover met prima kwaliteit illustraties en papier gemaakt.
Te koop bij Stichting Uitgaven Noord-Groningen in Warffum.

maandag 6 november 2017

Ode aan Dokkumer zeeheld Hinxt op begraafplaats Huisduinen

Afgelopen zaterdag hield de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis haar ledendag in Den
Helder bij het Marinemuseum.
Aangezien er binnen onze Historische Vereniging Noordoost-Friesland ook de nodige belangstelling is voor maritieme geschiedenis, waren we met drie man van de redactie aanwezig.

Naast de interessante lezingen over o.a. de inzet van Nederlandse onderzeeboten in de Koude Oorlog en het bezoek aan het museum zelf, maakten we van de gelegenheid gebruik om het nabijgelegen kerkhof van Huisduinen te bezoeken.
Hier ligt namelijk de in de Slag bij Kamperduin in 1797 gesneuvelde Dokkumer zeeheld Dooitse Eelkes Hinxt.
Nykle Dijkstra schreef over hem het coverartikel in De Sneuper 119.
In Tresoar ligt ook nog een Friestalig gedicht dat Dirk Lenige schreef naar aanleiding van de dood van zeeheld Dooitse Hinxt in 1797.

Na enig zoeken vonden we het bijzonder vormgegeven graf, een soort platte piramide, met enkele witte vlekken van een schimmel. Nykle had voor de gelegenheid de tekst van de grafrede die ooit moet zijn uitgesproken bij zich, en droeg deze ter plekke voor.
Nadat hij en Jacob Roep naast de steen een moment stilte in acht namen en op de foto gingen, liepen we nog even bij het huisje van de beheerder langs. Hier bleek een enthousiaste man te zitten, de heer Duyvelshoff, een voormalig steenhouwer. En hij kende Hinxt ook wel degelijk! Hinxt wordt zelfs in drie pagina's genoemd in een boekje wat ter plekke te koop is over bijzondere graven op het kerkhof. Alleen jammer dat hij daarin als Leeuwarder wordt genoemd!
Volgens Duyvelshoff moet er weinig van Hinxt overgebleven zijn nadat hij in de slag omkwam. Hoewel in de verslagen staat dat hij met name aan zijn handen gewond was, zou mogelijk alleen de romp begraven zijn!
Afijn, na een gezellig onderhoud en de belofte dat we het artikel over Hinxt zouden mailen, vertrokken we weer.

Het bijzondere is dat Nykle onlangs ontdekte dat er ook nog een miniatuurportret van Hinxt bestaan heeft. Hij kwam er achter dat dit portret van Hinxt getoond is bij de Historische Tentoonstelling van Friesland in 1877 in het Hr.Ms. Paleis te Leeuwarden, naast Tjerk Hiddes de Vries!  Het is toen getoond door een verre nazaat (Tobias Theodosius Hinxt uit 's-Heerenberg), en het vermoeden was dat het daarna is overgegaan naar de familie Rompel. Dit bleek helaas bij navraag (nog) niet het geval te zijn.
Het kan ook bij nazaten in Zuid-Afrika zijn terechtgekomen. Maar mocht u het toevallig weten, laat het ons dan weten! Wordt vervolgd!