woensdag 26 april 2017

Verontwaardigde visser bij de Ezumazijl

De leden van de Historische Vereniging Noordoost Friesland die de afgelopen jaren de ledenvergadering hebben bezocht zullen zich ongetwijfeld herinneren dat ik er voor pleit dat de al jaren geleden vrijwel voltooide indexering van de Mairieboeken Dongeradeel (grofweg de Franse tijd van 1812-1816) nu eindelijk eens online moet komen. Simpelweg omdat dit vrijwilligerswerk van onze leden niet was en is bedoeld om op een harde schijf in het Streekarchief te Dokkum bewaard te blijven.

Een mooi voorbeeld uit dit archief is een brief namens botvisser Thomas Rinderts uit Ezumazijl die zich benadeeld voelt omdat een collega, Johannes Sjoukes, met een lager lotingsnummer niet in zeedienst hoeft maar hij wel.
De index gaf de volgende beschrijving bij p. 160: Ingekomen van prefect: Thomas Rinderts is met nummer 38 aangewezen als vervanger van Taede Jans Kok, maar beklaagt zich dat Johannes Sjoukes met nummer 35 voorgeeft niet tot de lichting te behoren, hoewel zij beiden de botvisserij buiten de sluis van Esumazijl beoefenen. Hij heeft daartoe een bijgaand request ingeleverd met handtekeningen van getuigen. Prefect wil van maire horen of deze getuigen geloofwaardig zijn (of waarom niet) In de bijlage het request.
De voorgaande regel, p. 159 vermeld: Ingekomen van prefect: varensgezel Taede Jans Kok is ongeschikt verklaard voor de dienst wegens aamborstigheid. Maires dienen in overleg het eerstvolgende nummer op te roepen, desgewenst met een aangewezen plaatsvervanger, op 17 maart te melden in Leeuwarden

De transcriptie van de originele documenten luidt als volgt:
De Rijks Baron Ridder van het Legioen van Eer, Prefekt van het Departement Vriesland

Aan De Heer Maire van Anjum

Mijn Heer de Maire!

Thomas Rinderts, opgeschrevene van de zeeligting en hebbende getrokken No. 38 in het voormalig District Oostdongeradeel, heeft zich voor den Raad van Levee gesisteerd,
en zich beklaagd, dat Johannes Sjoukes, in hetzelfde District hebbende getrokken No 35 in der tijd was verklaard niet te behoren tot de Ligting, terwijl hij nochtans even
zoveel als hij Thomas Rinderts buiten de sluis van de Ezumazijl de Bot visscherij uitoeffende. Tot staving hiervan heeft dezelve het nevensgaande Stuk overgelegd; doch daar
hetzelve, voorzoo ver de geloofwaardigheid der Getuigen betreft, niet door u is gecertificeerd, maar alleen dat die personen in Uwe Gemeente woonachtig zijn, inviteer ik U
bij dezen Mijn Heer de Maire onder het nevengaande Certificaat eene verklaaring te plaatsen ten bewijze van de geloofwaardigheid der Getuigen, tenzij daaromtrend enige zwarigheid
door U mogt worden gemaakt, in welk geval ik de reden daarvan verzoek te weten.
Tevens zal het mij aangenaam zijn door U geinformeerd te worden, of naar uw inzien, de beide personen, Thomas Rinderts en Johannes Sjoukes, wat hun beroep van visscher aangaat, gelijk
staan, dan of w... de laatstgemelde eenige meerdere aanspraak op..ding heeft.
Deze renseignementen gevoegd bij de genen ik bij Uwer missive van den 23 January u .. ontvangen, zullen gelijk ik mij vlij, den Raaden...ligting en staat stellen omtrent deeze zaak ...te doen.
Ontvang Mijn Heer de Maire, de verzekering mijner achting

De Prefekt voornoemd JG ....
Wij ondergetekende Inwoonders van de Gemeente Anjum, verklaren den persoon van Johannes Sjoukes wonende in voorschreven Gemeente en wel op Ezumburen onder Anjum zeer wel te kennen en menigmaal ooggetuige te zijn geweest dat dezelve met zijn schip buiten de Ezumazijl zedert jaren de Bot visscherij heeft uitgeoeffend.
In kennisse onze handen Anjum den 17e Maart 1812
Handtekeningen:
RS Swart
oud commis
Jan Johannes visser
Pyter Willems van Dijke
Teede Jans Kok
Teede Jan Douwes
Douwe Jans Douwes
Pieter Jans Douwes
Wieger Dirks Kamminga

Certivicere ik onder geteekende Maire van de Gemeente Anjum dat deeze Nevenstaande personen alle zijn inwoonders dezer Gemeente Anjum, den 18 Maart Agtienhondert en Twalf.
De Maire voornoemd
Yme Uilkes Stiemsma

Mijn eigen voorvader Geert Jochums was ook visser bij de Ezumazijl. Ik dacht altijd dat de vissers aldaar voornamelijk schelpenvissers waren (soms verwarrend aangeduid, zoals in de Quotisatiekohieren, als schilders) (skil=schelp). Op Ezumazijl stond namelijk een kalkoven. Blijkbaar was het vissen op bot (een platvis) ook een belangrijke variant.

Geen opmerkingen: