woensdag 14 april 2010

Verkoop bij brandende keerse

Uit een door Reinder Tolsma gemaakte index op PROCLAMATIEBOEKEN van Oostdongeradeel M 3 : 1656 - 1669. Bij Tresoar aan te vragen als 13-27, nummer 99:

11-3-1661 Tijmen Wallings curator over Wigerus Botma praesenteert te vercoopen eerst bij t uijtgaen van den brandenden keerse ende daernae by t lichten des zegels uijt den wasse ende decreet van desen gerechte den gerechten dardepart van seeckere plaats tot Morra Botma genaemt, gadingmakkers op de rechtkamer tot metselwier (79)
7-3-1664 Men laet een ijder weeten dat Folckert Clasen als curator over de drie minderjarige kinderen van Joannes Rentses bij .... (niet ingevuld) Clases in echte getoghen ende mede over Douwe Clasen praetendeert te vercoopen eerst by't uitgaen van d brandende keerse ende daernae by't lichten des zegels uit de wasse ende decrete van desen Gerechte Oostdongeradeel seeckere 4 pm landt leggende over hoogh ende leegh in 44 pm onder d' clockslagh Nijkerck (=Oosternijkerk) by Claes Adsers als Meijer wordende gebruijckt, beswaert pro quota met d huijsinghe ende vordere lasten van floreen dyck als andersins
Iemandt gadinghe maeckende gelieve t' comen op Maandach Nae de 3' proclamatie Nae de Weer tot Metzlawier op d' rechtcamer ende copen op conditien als dan te aengeven ende ......
iemandt waere ...... hiertegens gedacht te opponeren, can comen in tijden ende geven syn reeden van oppositien, by poene van versteck (156, 158 nog eens).
Duidelijk is dat er door de autoriteit (grietman of secretaris) een kaars werd aangestoken en zolang die brandde kon men bieden (provisioneel). Bij deze verkoop bij brandende kaars kreeg de koper die het laatste bod had gedaan voordat de kaars uitging het betreffende goed, zoals ook blijkt uit Het kasboek van Henricus Lontzenius, de laatste abt van het klooster Selwerd, pagina 19.

Het boek Archief Hof van Friesland: inventaris van het archief van de Raad, doorJ. L. Berns meldt hierover: ...ingevolge een besluit van het Intermediair Administratief Bestuur van Friesland van 2 maart 1798, waarbij bepaald werd dat verkoop van onroerend goed van 'weeskinderen, minderjarigen of andere onder voogdij staande personen 'op de gewone wijze'(niet bij 'brandende keerse') kon geschieden, mits openbaar en na vooraf verkregen consent van het Hof, en mits de koopbrief binnen drie maanden bij het Hof geregistreerd werd. De term 'brandende keerse' moet letterlijk worden opgevat. Er werd een kaars aangestoken. Zo lang die brandde kon op de te verkopen onroerende goederen een bod worden uitgebracht.
Bij de definitieve verkoop werd vervolgens het zegel gelicht. Maar hoe dat precies in zijn werk ging? Wie het weet mag het zeggen!

Geen opmerkingen: