vrijdag 16 januari 2009

De botten van Descartes en Camphuysen

De Amerikaanse schrijver Russell Shorto, auteur van het succesvolle boek Nieuw Amsterdam, Eiland in het hart van de wereld, heeft recent een nieuw boek gepubliceerd. Het boek is getiteld Descartes bones, in het Nederlands vertaald in De botten van Descartes. De Franse filosoof en wiskundige René Descartes (1596-1650) woonde 20 jaar in de Verenigde Nederlanden en schreef er zijn belangrijkste werken. In 1618 sloot de avonturier zich aan bij het leger van Prins Maurits en leerde o.a. over vestingbouw en wiskunde. Na een toer door Europa en een kort verblijf in 1622 in Friesland, vestigde hij zich in 1629 in Franeker, waar hij waarschijnlijk in het Sjaerdema-slot (de plek van het huidige kaatsmekka van de PC) verbleef, bij katholieke vrienden. Aan de Universiteit van Franeker had hij contacten met geleerden als Metius, Winsemius, Amama en Rhala. In 1635 en latere jaren woonde hij in Leeuwarden. Op de website van Martin Engels wordt er uitgebreid over bericht in een transcriptie van Wopke Eekhoff.
Omdat ik het eerdere boek van Shorto, waarin de Nederlandse oorsprong van Manhattan met o.a. de Friezen Bastiaen Jansz Krol en Pieter Stuyvesant werd behandeld, uiterst leesbaar vond bestelde ik via Amazon.com zijn nieuwe boek over Descartes. En ik bezocht een lezing van hem in Amsterdam bij boekhandel Van Rossum over zijn Nieuw Amsterdam-boek. Inmiddels is hij in onze hoofdstad directeur van het John Adams Instituut geworden. Na de dood van Descartes in 1650 in Zweden werden zijn botten opgegraven en als een soort relikwie vereerd. Via diverse omzwervingen kwamen de botten uiteindelijk in Parijs terecht.
Het verhaal deed mij denken aan dat van zijn tijdgenoot Dirk Rafaels Camphuysen (1586-1627). Deze dichter en predikant woonde de laatste vier jaren van zijn leven in Dokkum, waar hij in de vlashandel zat. Ook zijn botten werden opgegraven en door bewonderaars vereerd en op diverse plaatsen bewaard. Uiteindelijk zijn de vermeende botten teruggegaan naar Dokkum waar nu nog altijd zijn graf door de Remonstrantse kerk wordt onderhouden.

Geen opmerkingen: